- Wat is het certificatiestelselasbest?
- Wat is een Certificerende Instelling (CI)?
- Wat doet een bedrijf met een procescertificaat asbestinventarisatie?
- Wat doet een bedrijf met een procescertificaat voor asbestverwijdering?
- Wat is een persoonscertificaat?
- Wat moet ik doen om een procescertificaat te krijgen?
- Opleidingen en examens
- Hoe is het toezicht in het Certificatiestelsel Asbest geregeld?
- Meer informatie
Wat is het certificatiestelsel asbest?
Binnen het certificatiestelsel asbest worden personen en bedrijven gecertificeerd die voldoen aan de eisen van gezond en veilig werken met asbest. Doordat zij een certificaat hebben gehaald, laten ze zien dat ze hiervoor over de benodigde kennis en de deskundigheid beschikken. Ze weten wat je wel en niet moet doen in specifieke situaties en weten ook welke maatregelen ze moeten treffen om ervoor te zorgen dat er geen schade ontstaat voor mensen en milieu.
Wat is een Certificerende Instelling (CI)?
Een CI beoordeelt of een bedrijf of persoon aan alle eisen voldoet en voor een certificaat in aanmerking komt. Ook controleert een certificerende instelling of het bedrijf of de persoon een eenmaal verkregen certificaat kan behouden.
Een CI staat zelf weer onder toezicht van de Raad voor Accreditatie (RvA). De RvA voert regelmatig audits uit om te kijken of de certificerende instelling zich aan de beoordelingsrichtlijnen houdt. De RvA is bij wet aangewezen als de Nederlandse Accreditatie-instantie zoals bedoeld in de Europese verordening (EC)765/2008.
Als een certificerende instelling door de RvA is geaccrediteerd, en dus aan alle eisen voldoet, wordt deze door de Minister van SZW ‘aangewezen’. Met zo’n aanwijzing is de CI bevoegd aan bedrijven de wettelijk verplichte procescertificaten asbestinventarisatie en asbestverwijdering af te geven of aan personen de wettelijk verplichte persoonscertificaten DAV-1, DAV-2 of DTA.
Wat doet een bedrijf met een procescertificaat asbestinventarisatie?
Het doel van asbestinventarisatie is om asbesthoudende toepassingen in bouwwerken en/of objecten op te sporen en vast te leggen in een asbestinventarisatierapport. Dit gebeurt voordat begonnen wordt met de sloop of renovatie van een gebouw, of wanneer er een incident heeft plaatsgevonden (bijvoorbeeld een brand).
Nadat de inventarisatie is afgerond worden de risico’s bepaald aan de hand van de Stoffenmanager Asbest risico-indelingtechniek (SMA-rt). Op grond van deze gegevens kan de saneerder aan het werk en weet hij wat de mogelijke risico's op blootstelling zijn. Daardoor kan hij afdoende maatregelen nemen om zichzelf en/of zijn medewerkers te beschermen.
Een asbestinventarisatiebedrijf moet aantoonbaar op de hoogte zijn van het certificatieschema. Het bedrijf is verplicht regelmatig interne audits en werkplekinspecties te laten uitvoeren om vast te stellen of aan de eisen van het certificatieschema wordt voldaan. Ook moet schriftelijk worden voldaan aan de eisen van de opdrachtgever en de naleving van het certificatieschema.
De inventarisatie wordt uitgevoerd door een Deskundig Inventariseerder Asbest (DIA). Asbestinventarisatiebedrijven die werken onder het certificatieschema asbestinventarisatie kunnen de vakbekwaamheid aantonen met het certificaat DIA.
Wat doet een bedrijf met een procescertificaat voor asbestverwijdering?
Bedrijven die asbest verwijderen moeten eveneens aan allerlei eisen voldoen. In het certificatieschema voor asbestverwijdering staat beschreven hoe asbesthoudende producten en met asbest besmet materiaal tijdens sloop en renovatiewerkzaamheden moeten worden verwijderd. Ook is hierin beschreven hoe om te gaan met asbest dat is vrijgekomen na incidenten.
Het asbestverwijderingsbedrijf moet aantoonbaar op de hoogte zijn van het certificatieschema en dient dit na te leven. Door het asbestverwijderingsbedrijf worden periodiek interne audits en werkplekinspecties uitgevoerd om vast te stellen of dit ook gebeurt. Het gecertificeerde asbestverwijderingsbedrijf beschikt over een procedure voor een adequate behandeling van klachten en tekortkomingen. Tot slot moet het asbestverwijderingsbedrijf aantoonbaar beschikken over een aansprakelijkheidsverzekering voor de werkzaamheden en de verzekeringspolissen jaarlijks laten beoordelen.
Wat is een persoonscertificaat?
Om asbest te verwijderen moet een medewerker kennis hebben van de risico’s. Daarom mogen alleen mensen die in het bezit zijn van een persoonscertificaat deze werkzaamheden uitvoeren. Er is een persoonscertificaat voor de Deskundig Asbestverwijderaar (DAV) en een voor de Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA). Het huidige DAV-certificaat is opgesplitst in twee niveaus. Iemand die DAV wil worden, start met het behalen van een DAV-1-certificaat. Dit certificaat heeft een geldigheidsduur van zes maanden. Na het behalen van het DAV-1 certificaat gaat hij verder met het DAV-2 certificaat. Hij moet dan binnen een termijn van weer zes maanden onder begeleiding van een mentor in de praktijk aan de slag bij één of meerdere gecertificeerde asbestverwijderingsbedrijven.
Wat moet ik doen om een procescertificaat te krijgen?
Een bedrijf dat werkzaamheden binnen het certificatiestelsel asbest wil uitvoeren, moet over een procescertificaat beschikken. Met zo’n certificaat wordt aangetoond dat het bedrijf over de specifieke kennis beschikt die nodig is om de werkzaamheden veilig te kunnen doen. Een procescertificaat wordt door een Certificerende Instelling (CI) uitgereikt wanneer aan alle voorwaarden is voldaan. Bedrijven kunnen zelf bepalen bij welke CI zij hun certificaat willen halen.
Klik hier voor een overzicht van de certificerende instellingen. Per CI kunt u 'onderwerp' zien waarvoor zij certificeren. Klik hier als u contact op wilt nemen met een CI.
Opleidingen en examens
Binnen het werkveld zijn verschillende opleidingsbedrijven en examenbureaus actief. Ascert heeft geen bemoeienis met het aanbod van opleiders. De controle op de examinatoren ligt bij de certificerende instellingen. Zij doen tevens de autorisatie. Examinatoren en/of examenbureaus functioneren onafhankelijk van de opleiders. Klik hier voor de lijst met opleidingsinstituten.
Hoe is het toezicht in het Certificatiestelsel Asbest geregeld?
Bedrijven en personen die met asbest werken, hebben te maken met verschillende toezichthoudende instanties. In de praktijk houden drie verschillende instanties vanuit elk een eigen aandachtsgebied toezicht op de werkzaamheden. Dit zijn:
- De Arbeidsinspectie: voert controles uit op het gebied van gezond en veilig werken en toetst of de arbowet wordt nageleefd;
- Certificerende Instellingen: controleren op de naleving van de certificatieschema’s.
- Omgevingsdiensten: kijken naar de effecten van de werkzaamheden op de directe omgeving, zoals het milieu en de leefomgeving.
Wanneer bedrijven en/of personen zich niet aan de regels houden, heeft dit consequenties. Zo kan het werk worden stilgelegd totdat de situatie aan de normen voldoet, maar bedrijven kunnen ook boetes krijgen, geschorst worden of zelfs hun certificaat kwijtraken.
Meer informatie
Meer informatie over certificering is te vinden onder Info Certificaathouders.
Schema's en documenten