Veelgestelde vragen

Hier vindt u de antwoorden op de meestgestelde vragen, onderverdeeld in een aantal categorieën. Klik op één van de categorieën en dan ziet u daaronder de meestgestelde vragen in deze categorie. Als u op de vraag klikt, opent daaronder een venster met het antwoord. 

Heeft u een vraag die niet in dit overzicht vermeld wordt of wilt u extra of specifieke informatie als aanvulling op de antwoorden in dit overzicht? Stuur dan een mail naar info@ascert.nl

In het certificatieschema is een artikel over “onverenigbaarheid van functies” opgenomen, waarin staat welke combinaties niet zijn toegestaan. Voor asbestinventarisatiebedrijven is dit artikel 7, voor asbestverwijderingsbedrijven is dit artikel 25.

De eisen zijn gesteld in de certificatieregeling. U vindt de certificatieregeling onder 'Wetgeving'

De Certificerende Instelling draagt zorg voor het opnemen van de certificaatgegevens in het register. Er zit vrijwel altijd een aantal dagen verwerkingstijd tussen de uitgifte van het certificaat en opname in het register. 

U kunt uw melding kenbaar maken aan de Certificatie-instelling van het gecertificeerde bedrijf. De Certificerende Instelling geeft het certificaat uit en heeft ook de taak te controleren of het bedrijf aan de gestelde eisen voldoet. Indien dit laatste niet het geval is, kan de Certificerende Instelling een afwijking of sanctie uitschrijven of zelfs het certificaat intrekken.

De eisen zijn gesteld in de certificatieregeling. U vindt de certificatieregeling onder 'Wet- en Regelgeving'

De Commissie SCi-547 is inmiddels opgeheven. Hiervoor in de plaats is het Validatie en innovatiepunt (VIP) gekomen. De besluiten die door de Commissie SCi-547 zijn genomen, zijn op te vragen via het secretariaat.

Wij mogen geen lijsten verstrekken van de in het register opgenomen bedrijven. De gegevens in het register worden verstrekt door en zijn eigendom van de Certificerende Instellingen. Ascert faciliteert slechts de mogelijkheid dat via het register de geldigheid van certificaten kan worden gecontroleerd.

U dient aangemerkt te zijn als asbestinventarisatiebedrijf om tikken te kunnen kopen en smartuitdraaien te maken.

Bent u onlangs gecertificeerd dan kunt u inderdaad nog geen tikken kopen of smartuitdraaien maken.

U kunt zichzelf niet als asbestinventarisatiebedrijf  aanmerken. Dit wordt gedaan door de technisch beheerder. Dien een verzoek in bij Ascert via het contactformulier om aangemerkt te worden als asbestinventarisatiebedrijf. Staat u nog niet in het register stuur dan een kopie van het certificaat mee.

Na indienen van het verzoek verifiëren wij of u daadwerkelijk een gecertificeerd asbestinventarisatiebedrijf bedrijf bent en indien akkoord zullen wij u dan aanmerken als asbestinventarisatiebedrijf en u hiervan berichten.

Dat betekent dat u als gebruiker geregistreerd bent, maar dat de beheerder van uw organisatie u nog geen rechten heeft gegeven. Wie de beheerder is wordt op dat moment ook op het scherm aangegeven. Vraag uw beheerder dan om toegang te krijgen tot SMART. Er is voor beheerders ook een aparte handleiding gemaakt, waar u kunt lezen hoe dat moet.

Dit heeft te maken met het beveiligingsniveau van uw browser (veelal Internet Explorer). Die staat het downloaden niet toe. Probeer eventueel een andere browser om te zien of het daar wel lukt om smarts te downloaden. Als het daar wel lukt is het dus zeker een browser probleem. Voeg de site in elk geval toe als vertrouwde site en stem even af met uw ICT afdeling of partner om de browser qua beveiliging goed af te stellen.

In SMART is een regelset ingesteld die de risicoklasses bepaald op basis van de antwoorden op de vragen die de DIA opgeeft. Deze regelset is gebaseerd op metingen en opgaves van TNO.

Indien er van een bepaald product en handeling onvoldoende of geen meetgegevens zijn dan is uitgegaan van worstcase.

Wijzigingen in de regelset v.w.b. de risicoklasse bepaling pas nadat er voldoende onderbouwing is hiervoor. Deze werkwijze is vastgelegd is de SCi-547.

Ja, dat mag. Het inlegvel dient te worden toegevoegd door een gecertificeerd asbestinventarisatiebedrijf. Het hoeft niet per se hetzelfde inventarisatiebedrijf te zijn als die het rapport heeft opgesteld.

Er worden met enige regelmaat vragen gesteld of stopverf als kit of als beglazingskit gezien mag worden. En daarmee of je stopverf kunt verwijderen met het beglazingskit protocol. Gezien de vele vragen zetten we deze voor iedereen op een rijtje.

Na afstemming met TNO is gesteld dat stopverf ingedeeld dient te worden bij kit. Niet bij beglazingskit. Het beglazingskit protocol mag dus bij stopverf niet toegepast worden.

In de praktijk is stopverf is wel veel toegepast als beglazingskit, maar ook anders (als vulmiddel). De validatie die is uitgevoerd op basis waarvan het beglazingskit protocol is opgesteld en de risico-indeling is gemaakt is niet gedaan op stopverf. Om die reden kan het beglazingskit protocol niet toegepast worden op stopverf. In SMART hangt de alias stopverf dus aan Kit.

De voorstellen voor nieuwe regelgeving zijn voorgelegd aan de Tweede Kamer. Hierover zijn kamervragen gesteld.

Nadat dat is afgerond, zal de regelgeving nog door de Raad van State beoordeeld moeten worden.

De glovebag mag alleen worden toegepast als een "niet betreedbare constructie van beperkte omvang waarmee het te verwijderen asbesthoudende materiaal lekvrij wordt afgeschermd van de omgeving". Het gebruik is in geval van RK2 en RK2a toepassingen voorbehouden aan een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf door of onder toezicht (op de projectlocatie) van een DTA. Na afloop van een glovebag-verwijdering is een visuele inspectie door een hiervoor geaccrediteerd onderzoeksbureau verplicht (te onderzoeken gebied minstens 2 meter vanuit de glovebag). De opdrachtgever kan verzoeken om aanvullende luchtmonsters, met analyse door middel van elektronenmicroscopie.

De glove-bag mag alleen worden toegepast als de SMART in het asbestinventarisatierapport dit specifiek vermeldt. De eisen die bij gebruik van de glove-bag horen zijn ook opgenomen in de SMART.

Nee, hiervoor is geen richtlijn. 

In artikel 19, 1e lid van het certificatieschema is de minimale omvang van een inventarisatie vastgelegd. In de toelichting van artikel 19 is het volgende opgenomen “Een asbestinventarisatie beperkt zich niet tot een inventarisatie van afzonderlijke bronnen of constructiedelen.” Het inventariseren van alleen het dak is dus niet toegestaan.

Klachten over bedrijven met een procescertificaat kunt u kenbaar maken bij de Certificerende Instelling die het certificaat van het desbetreffende bedrijf heeft uitgegeven. In het register op onze website kun u nakijken door welke CI het certificaat is afgegeven.

Wijzigingen of fouten in uw bedrijfsgegevens of persoonsgegevens kunt u doorgeven aan de CKI door wie aan u een certificaat is verstrekt. Stichting Ascert verwerkt alleen gegevens die door de CKI's worden aangeleverd. 

In het certificatieschema staat bij artikel 20 lid 1

Het asbestinventarisatiebedrijf draagt er zorg voor dat van elk aangetroffen type asbestverdacht materiaal een representatief monster wordt genomen. Deze verplichting geldt niet bij objecten waarvan uit geraadpleegde documentatie aantoonbaar blijkt:
a. welke soorten asbest in het object verwerkt zijn en wat de percentages asbest zijn; of
b. dat er asbest in het object verwerkt is en voor SMART geen analyseresultaten nodig zijn om de risicoklasse te bepalen.

In de Toelichting bij het artikel staat:
Als het nemen van een monster niet mogelijk blijkt omdat de asbesthoudende toepassing in het object verwerkt is en het nemen van een monster kan leiden tot asbestvezelemissie en de risicoklasse door het ontbreken van een percentage asbest niet bepaald kan worden door middel van SMART, moet de toepassing in de hoogste risicoklasse worden ingedeeld.

Er dient in deze gevallen dus de hoogste risicoklasse toegekend te worden. Echter er is hierop één uitzondering die voortkomt uit de zin in lid b “en voor SMART geen analyseresultaten nodig zijn om de risicoklasse te bepalen.”

SMART heeft voor één specifiek geval geen analyseresultaten nodig om wél tot een risicoklasse te komen. Voor toepassingen waarbij het asbest volledig omsloten is (zoals bij toestellen of platen in deuren) en er dus ook geen asbest kan vrijkomen zal Smart een risicoklasse 1 toekennen. De gedachte hierachter is dat juist de bemonstering ervoor zou zorgen dat het omsloten asbest niet meer omsloten is en je juist emissie gaat veroorzaken. In SMART dient dan bij de asbest soorten “Geen analyse” te worden aangegeven. Vervolgens staat SMART bij bevestiging alleen nog maar “Geheel omsloten” en bij de handeling “Omsloten toepassing verwijderen” toe om deze situatie te ondersteunen.

Er worden met enige regelmaat vragen gesteld of stopverf als kit of als beglazingskit gezien mag worden. En daarmee of je stopverf kunt verwijderen met het beglazingskit protocol. Gezien de vele vragen zetten we deze voor iedereen op een rijtje.

Na afstemming met TNO is gesteld dat stopverf ingedeeld dient te worden bij kit. Niet bij beglazingskit. Het beglazingskit protocol mag dus bij stopverf niet toegepast worden.

In de praktijk is stopverf is wel veel toegepast als beglazingskit, maar ook anders (als vulmiddel). De validatie die is uitgevoerd op basis waarvan het beglazingskit protocol is opgesteld en de risico-indeling is gemaakt is niet gedaan op stopverf. Om die reden kan het beglazingskit protocol niet toegepast worden op stopverf. In SMART hangt de alias stopverf dus aan Kit.

Het rapport moet aangeven wat daadwerkelijk is onderzocht en wat de geschiktheid van het rapport is voor de uitvoering. Dat kan inderdaad anders zijn dan in eerste instantie met de opdrachtgever is afgesproken.
Zo mag een rapport waarin vermeld wordt dat deze geschikt is “voor volledige renovatie of totaalsloop” onvoorwaardelijk geschikt zijn voor dat doel binnen de reikwijdte en geen beperkingen of uitsluitingen meer bevatten. Zijn deze er nog wel, dan dient een andere (juiste) geschiktheid te worden gerapporteerd, de reikwijdte te worden aangepast naar dat deel van het bouwwerk waarvoor geen beperkingen of uitsluitingen gelden, of dienen de beperkingen of uitsluitingen die tijdens het onderzoek zijn waargenomen eerst opgeheven te worden.

De eisen zijn gesteld in de certificatieregeling. U vindt de certificatieregeling onder 'Wet- en Regelgeving'

De Commissie SCi-547 is inmiddels opgeheven. Hiervoor in de plaats is het Validatie en innovatiepunt (VIP) gekomen. De besluiten die door de Commissie SCi-547 zijn genomen, zijn op te vragen via het secretariaat.

De voorstellen voor nieuwe regelgeving zijn voorgelegd aan de Tweede Kamer. Hierover zijn kamervragen gesteld.

Nadat dat is afgerond, zal de regelgeving nog door de Raad van State beoordeeld moeten worden.

De glovebag mag alleen worden toegepast als een "niet betreedbare constructie van beperkte omvang waarmee het te verwijderen asbesthoudende materiaal lekvrij wordt afgeschermd van de omgeving". Het gebruik is in geval van RK2 en RK2a toepassingen voorbehouden aan een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf door of onder toezicht (op de projectlocatie) van een DTA. Na afloop van een glovebag-verwijdering is een visuele inspectie door een hiervoor geaccrediteerd onderzoeksbureau verplicht (te onderzoeken gebied minstens 2 meter vanuit de glovebag). De opdrachtgever kan verzoeken om aanvullende luchtmonsters, met analyse door middel van elektronenmicroscopie.

De glove-bag mag alleen worden toegepast als de SMART in het asbestinventarisatierapport dit specifiek vermeldt. De eisen die bij gebruik van de glove-bag horen zijn ook opgenomen in de SMART.

Ja, dit is vastgelegd in artikel 37 van het processchema.

De eisen zijn gesteld in de certificatieregeling. U vindt de certificatieregeling onder 'Wet- en Regelgeving'

Klachten over bedrijven met een procescertificaat kunt u kenbaar maken bij de Certificerende Instelling die het certificaat van het desbetreffende bedrijf heeft uitgegeven. In het register op onze website kun u nakijken door welke CI het certificaat is afgegeven.

Wijzigingen of fouten in uw bedrijfsgegevens of persoonsgegevens kunt u doorgeven aan de CKI door wie aan u een certificaat is verstrekt. Stichting Ascert verwerkt alleen gegevens die door de CKI's worden aangeleverd. 

De verschillende SC-531 documenten hebben nimmer een officiële status gehad. Deze door Ascert opgestelde aanvullingen op het certificatieschema zijn nooit door het Ministerie van SZW goedgekeurd en om die reden nooit door Ascert gepubliceerd op de website. Op de inhoud van deze documenten kan derhalve geen geldig beroep worden gedaan. 

De Commissie SCi-547 is inmiddels opgeheven. Hiervoor in de plaats is het Validatie en innovatiepunt (VIP) gekomen. De besluiten die door de Commissie SCi-547 zijn genomen, zijn op te vragen via het secretariaat.

De voorstellen voor nieuwe regelgeving zijn voorgelegd aan de Tweede Kamer. Hierover zijn kamervragen gesteld.

Nadat dat is afgerond, zal de regelgeving nog door de Raad van State beoordeeld moeten worden.

Het huidige DAV-certificaat is opgesplitst in twee niveaus.

Iemand die DAV wil worden, start met het behalen van een DAV-1-certificaat. Dit certificaat heeft een geldigheidsduur van 6 maanden.

Om in aanmerking te komen voor een DAV-2 certificaat, moet de DAV-1 binnen een termijn van 6 maanden na het behalen van het DAV-1 certificaat, onder begeleiding van een mentor, in de praktijk aan de slag te gaan bij één of meerdere gecertificeerde asbestverwijderingsbedrijven.

In deze praktijkperiode moet de DAV-1 de door Ascert opgestelde praktijkopdrachten aantoonbaar uitvoeren in tenminste 120 pakuren, waarvan tenminste 30 in containment, in tenminste 40 pakdagen van tenminste 1 pakuur per dag.

Tussen de mentor, DAV-1 en de werkgever wordt een leerwerkovereenkomst getekend. Zonder mentor mag een DAV-1 niet werken in het werkveld asbest.

De mentor heeft een belangrijke rol in de begeleiding en opleiding van de DAV-1. De mentor dient te zijn opgenomen in het mentorregister op de website van Ascert.

Na het uitvoeren van het leer-werktraject die aan de eisen voldoet wordt een verklaring opgesteld door de mentor. Het dossier en de verklaring worden getoetst door Ascert. De DAV-1 kan met een verklaring van de mentor en het beoordelingsverslag van Ascert het DAV-2 examen aanvragen. Een DAV-1 moet binnen zes maanden (inclusief vrije dagen, e.d.) zijn praktijkopdrachten hebben afgerond. Binnen maximaal drie maanden na het verlopen van het DAV-1 certificaat dient het DAV-2 examen te zijn behaald. Hierna krijgt de kandidaat een DAV-2 certificaat dat 3 jaar geldig is.

Ja. Uw ADK diploma is en blijft geldig. Geldigheid kan door het secretariaat van Ascert ten allen tijden gecontroleerd worden.

Ja, het diploma blijft zichtbaar in het register van Ascert tot drie jaar na uitgifte van het ADK Diploma. Na deze drie jaar is het diploma niet meer zichtbaar op de website. Het secretariaat van Ascert kan de geldigheid te allen tijde controleren.

We maken op de website onderscheid tussen diploma's en certificaten. Als iemand zoekt op SCA-code en achternaam of geboortedatum en dit levert een zoekresultaat op, dan wordt daarbij aangegeven of de persoon een certificaat heeft of een diploma.

Tot drie jaar na uitgifte van het ADK Diploma blijft het diploma vermeld in het register.

Nee, hiervoor bestaat geen verplichting. Het kan zijn dat voor bepaalde functies en/of door bepaalde instanties de eis wordt gesteld dat je voortaan over een certificaat dient te beschikken. Neem hiervoor contact op in uw eigen organisatie of de organisatie waarvoor u werkt of gaat werken.

Personen die een diploma hebben dat op 1 maart 2017 niet ouder was dan 3 jaar kunnen alsnog een certificaat verkrijgen. Hiervoor kunnen zij zich melden bij de CKI of het examenbureau dat het diploma heeft verstrekt. Als door de CKI alsnog een certificaat wordt verstrekt, zult u in het register van Ascert worden opgenomen als certificaathouder ADK. Aan de omzetting van diploma naar certificaat kunnen kosten zijn verbonden. 

Klachten over een persoon met een persoonscertificaat kunt u kenbaar maken bij de Certificerende Instelling die het certificaat van de desbetreffende persoon heeft uitgegeven. In het register op onze website kun u nakijken door welke CI het certificaat is afgegeven.

Het persoonscertificaat wordt verstrekt door de Certificerende Instelling. Zij zorgen eveneens voor opname van de certificaatgegevens in het register van Ascert. Er zit doorgaans een aantal dagen tussen het moment van afgifte van het persoonscertificaat en de opname van de gegevens in het register.

De Certificerende Instelling draagt zorg voor het opnemen van de certificaatgegevens in het register. Er zit vrijwel altijd een aantal dagen verwerkingstijd tussen de uitgifte van het certificaat en opname in het registe

Wijzigingen of fouten in uw bedrijfsgegevens of persoonsgegevens kunt u doorgeven aan de CKI door wie aan u een certificaat is verstrekt. Stichting Ascert verwerkt alleen gegevens die door de CKI's worden aangeleverd. 

Voor een kopie van uw certificaatpas kunt u contact opnemen met uw Certificerende Instelling. Zij kunnen u een nieuwe verstrekken.

In het certificatieschema. Voor asbestinventarisatie in artikel 14 en voor asbestverwijdering in artikel 34.

Er zijn twee websites over de ABM Campagne:

https://www.vezelveiligheid.nl

De oude website (www.abm-campagne.vezelveiligheid.nl) blijft tot nader bericht in de lucht. De oude accounts en certificaten blijven hierdoor bereikbaar. 

Vereniging Veilig & Gezond Werken (voorheen AVAG) heeft op hun website certificaathouders van het SafetySign Erkend Face Fittester gepubliceerd:
http://www.safetysign.nl/certificaten/safetysign-erkend-face-fittester

Onder "facefit-testers" en "erkende tester" wordt verstaan het bedrijf dat erkend is door de Stichting Bedrijfserkenning voor Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VVGW) en een erkenning heeft voor de gele SafetySign. 

Nee, naast de persoon moet ook het bedrijf waar de fittest wordt afgenomen erkend zijn.

Door de late aankondiging van de schema’s en wat organisatorische uitvoeringsaspecten bij de VVGW zal op 1 maart 2017 het landelijk aanbod van erkende fittest bedrijven nog erg laag zijn. Om die reden heeft het CCvD ingestemd om de handhaving op artikel 14 en artikel 34 op te schorten tot 1 juni 2017. Dit houdt in dat de certificaathouders pas vanaf 1 juni 2017 zullen worden gehouden aan de verplichting om de fittest te laten uitvoeren bij een bedrijf, dat door de VVGW erkend is met het gele SafetySign.

Bekijk de website www.vezelveilgheid.nl, begin op tijd met het doorlopen van de instructies, lees de FAQ’s op de website van Vezelveiligheid en houd rekening met de 8 weken wachttijd tussen de instructie Adembescherming deel 1 en deel 2. De periode tussen deel 1 en 2 is bedoeld om de bewustwording van en juist gebruik van ABM te benadrukken.

Je kunt hiervoor contact opnemen met Vezelveiligheid via info@vezelveiligheid.nl of middels het contactformulier op hun website

Binnen drie werkdagen ontvang je een reactie.

Om de DAV-1 als mentor te begeleiden, dient u een mentortraining te hebben gevolgd. Na het succesvol afronden van deze training ontvangen we graag een ondertekend exemplaar van het mentorreglement, tezamen met een kopie van uw getuigschrift. Lees het mentorreglement goed door alvorens u ondertekent!

Opleiders van de mentortraining staan vermeld op de pagina 'Opleidingen Asbest'  bij de kolom 'Mentor'.

Een DAV-1 certificaat heeft een wettelijke geldigheid van zes maanden.
Als het niet lukt de vereiste uren en opdrachten te maken binnen de geldigheid van een DAV-1 certificaat, kan de leerling een nieuw DAV-1 certificaat behalen. Er kan hiervoor contact worden opgenomen met de Certificerende Instelling (CKI). 

Na het behalen van het nieuwe certificaat wordt er tussen de mentor, werkgever en DAV-1 een nieuwe Leerwerkovereenkomst ingevuld, waarna de mentor deze aan Ascert zal verstrekken. Ascert maakt een nieuw traject aan onder het nieuwe certificaatnummer en vanaf dat moment kan de DAV-1 het traject hervatten.

Reeds gemaakte pakdagen, pakuren en opdrachten mogen worden meegenomen naar het nieuwe traject.

Note voor de mentor: in het instructiedocument voor mentoren staat op pagina 13 hierover ook het e.e.a. beschreven. Lees dat even goed door.

Ascert beoordeling de (aanvullende) stukken binnen maximaal drie werkdagen. We kunnen helaas niet altijd voldoen aan verzoeken tot versneld controleren. Dossiers worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst.

Trajecten worden beoordeeld op basis van een checklist.
Het instructiedocument voor mentoren beschrijft stap voor stap hoe u alle informatie moet verwerken in de mentormodule en met behulp van de checklist kunt u alles controleren voordat u het traject afrondt.

Ja, dit mag. Echter, om het examen te mogen afleggen is het beoordelingsverslag van Ascert wel nodig. Daarom adviseren wij te wachten met het aanvragen van het examen totdat het beoordelingsverslag van Ascert is ontvangen.

Nee.
De mentor hoeft niet in dienst te zijn van het asbestverwijderingsbedrijf waar de DAV-1 opdrachten uitvoert. In het schema (bijlage XIIIa, artikel 27) is wel als eis opgenomen dat het asbestverwijderingsbedrijf die een DAV-1 inzet, een mentor moet hebben aangesteld die geregistreerd moet zijn in het register van mentoren van Ascert.

Een DAV-1 mag in alle risicoklassen saneringswerkzaamheden uitvoeren. Alleen de risicoklassen 2 en 2a tellen mee voor het leerwerktraject.

De logboeken dienen te voldoen aan de eisen uit de certificatieregeling en voor de beoordeling van het DAV-1 traject tenminste te bevatten:

  • de in- uit registratie van de DAV-1 en andere DAV-ers;
  • de naam en handtekening van de DTA;
  • de locatie (adres) van uitvoering;
  • de datum van uitvoering;
  • de aard en beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden (wat is er gedaan, wat is verwijderd, wat was de risicoklasse, betrof het openlucht of containment situatie)

Wijzigingen of fouten in het mentorregister kunt u per e-mail aan Ascert doorgeven.

Mentoren (en DAV-1) kunnen wijzigingen in hun e-mailadres en/of wachtwoord zelf doorvoeren in de mentormodule. Indien dit niet lukt, kunt u contact opnemen met het secretariaat via info@ascert.nl

De certificatieplicht voor kraanmachinisten gaat vervallen, echter dat zal pas aan de orde zijn bij inwerkingtreding van de wijziging Arbobesluit inzake Asbeststelsel. Die wordt aan het einde van dit jaar verwacht.
Abusievelijk hebben we in een vorige versie van het filmpje waarin we uitleg geven over de schemawijzigingen per 1 juli, aangegeven dat de certificatieplicht voor kraanmachinisten vervalt. In artikel 29 wordt namelijk in het nieuwe schema verwezen naar de Arboregeling. Wij meenden daar in eerste instantie uit op te maken dat dit tevens betekende dat de certificatieplicht verviel. Maar dat is per 1 juli nog niet het geval.

In artikel 47 (Afronding asbestwerkzaamheden) is een aanpassing gedaan dat de saneerder geen inspectierapportage meer hoeft te bewaren of aan de opdrachtgever moet verstrekken. De reden hiervoor is dat de Raad voor Accreditatie heeft vastgesteld dat deze eis niet aan de saneerder kan worden gesteld, omdat de eindcontrole een verantwoordelijkheid is van de opdrachtgever. Betekent dit dan dat de saneerder geen opdracht tot eindcontrole meer mag verstrekken voor de eindbeoordeling?

De saneerder kan nog steeds de opdracht verstrekken voor de eindbeoordeling. Hoewel de opdrachtgever verantwoordelijk is, betekent dit niet dat hij dit per se zelf dient uit te voeren. Het mandaat om de opdracht voor eindcontrole te verstrekken, kan de opdrachtgever aan de saneerder geven. Het is dan wel verstandig om dit goed vast te leggen in de opdracht die de saneerder krijgt van zijn opdrachtgever. Dit geldt tevens voor het kunnen ontvangen van het vrijgave bewijs. De wijziging van dit artikel staat niet in de weg dat het inspectielab het vrijgave bewijs aan de saneerder verstrekt. Alleen de eis dat de saneerder dat altijd aan de opdrachtgever moet verstrekken is uit het schema verwijderd. Dat is dus geen plicht meer voor de saneerder.

Dat hangt af van uw situatie en uw eerdere ADK-certificaat of -diploma. Bekijk het stroomschema via de link hieronder om na te gaan welke situatie voor u van toepassing is en of u in aanmerking komt voor PE. Hierin is ook vermeld wat u in welke situatie verder moet doen. 

Stroomschema ADK

 

Het certificatieschema gaat ervan uit dat hercertificatie van DIA’s plaatsvindt door middel van permanente educatie. Zie artikel 15 lid E van het certificatieschema. Examen doen om te hercertificeren is alleen nog mogelijk bij bijzondere omstandigheden, maar er moeten dan alsnog minimaal 12 PE punten zijn behaald, waarvan 6 PE punten in de categorie Actualiteiten. 

Nee, volgens de overgangsregeling moet u dan voor de verloopdatum van uw certificaat nog éénmaal het DIA-examen afleggen. 

Als u een geldig DIA of ADK Cat. I-certificaat heeft wat verloopt ná 1 juli 2023, dan kunt u zich aanmelden voor PE via info@ascert.nl. 

Vermeld in uw aanmelding:

  • uw naam en voorletters zoals opgenomen in het register van Ascert
  • uw geldige SCA code
  • voor welke certificaat u PE wilt volgen.

Alle aanmeldingen worden 1x per week door Ascert verwerkt na controle van de gegevens in het register. Ter bevestiging van uw aanmelding ontvangt u dan de inloggegevens voor het persoonlijke PE Portfolio.

U ontvangt die mail dan van het mailadres: no-reply@mijnportfolio.nl. Controleer hiervoor ook uw spam-map en noteer alle gegevens die u bij eerste aanmelding invoert goed, want u heeft ze later ook weer nodig!

U kunt inloggen via: https://ascertpe.mijnportfolio.nl/.
Vervolgens vult u de eerder door uzelf ingestelde gebruikersnaam (of uw mailadres als u de gebruikersnaam niet meer weet) en het wachtwoord in om in te loggen. Bent u het wachtwoord vergeten, dan kunt u via deze inlogpagina een nieuw wachtwoord aanvragen. Noteer de gegevens goed (of sla op onder favorieten) voor de volgende keren dat u wilt inloggen. 

Komt u er niet uit? Mail naar info@ascert.nl en wij gaan voor u na of u al een PE-portfolio heeft en welke gegevens op uw naam zijn geregistreerd. 

Als u na uw aanmelding voor PE kunt inloggen in uw persoonlijke PE-omgeving, dan kunt u daar zien welke PE-activiteiten u kunt volgen. Alleen de activiteiten die daar zijn opgenomen, zijn erkend door Ascert. U kunt dus zelf geen activiteiten opvoeren, waarvan u denkt dat die relevant zijn. 

Als je eenmalig een PE-activiteit wilt laten erkennen, bijvoorbeeld omdat je als brancheorganisatie een congres wilt organiseren of omdat je als werkgever een op maat gemaakte PE-activiteit voor je werknemers wilt aanbieden, dan kun je mailen naar projectcoordinator@ascert.nl. Geef je interesse aan en vermeld duidelijk dat het om een eenmalige PE-activiteit gaat. Vervolgens neemt Ascert contact met je op om de vervolgstappen met je te bespreken.
Als je vervolgens besluit verder te gaan met de aanvraag, krijg je toegang tot een online platform. In dit platform beantwoord je vragen over onder andere de inhoud en opbouw van de activiteit, en de deskundigheid van docenten/trainers. Dit wordt vervolgens beoordeeld door een onderwijskundige en een inhoudsdeskundige. Zij adviseren de Commissie Examens en Permanente Educatie, die daarna uiteindelijk het besluit neemt over de erkenning van de PE-activiteit.
De verdere procedure staat beschreven in het Reglement Erkenningen.

Uw PE Aanbieder zorgt dat de PE Punten in uw portfolio worden bijgeschreven in uw persoonlijke PE omgeving als u een activiteit heeft bijgewoond of aan een activiteit heeft deelgenomen. U hoeft daarvoor in het portfolio zelf niets te doen. 

Het verwerken van PE Punten kan alleen als u zich al heeft aangemeld via Google Forms en uw aanmelding door Ascert is verwerkt. Zorg dus voor aanmelding PE voordat u een activiteit gaat volgen!

Uw werkgever dient zich aan te melden bij Ascert. Ascert zal uw werkgever registreren in het PE-portaal en de werkgever ontvangt hiervoor inloggegevens. Vervolgens kan uw werkgever aan u kenbaar maken dat hij inzage wil in uw portfolio.  In uw PE-portfolio kunt u vervolgens zelf uw werkgever koppelen aan uw portfolio. Hiermee verleent u toestemming dat uw werkgever kan meekijken. Uw werkgever kan het volgende zien:

  1. Uw geldige persoonscertificaten DIA en/of ADK;
  2. De door uw gevolgde PE Activiteiten;
  3. De door u behaalde PE-punten;
  4. De PE-agenda waarin het gehele aanbod van erkende PE-activiteiten is opgenomen en wanneer die plaatsvinden.

U blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor uw PE-traject, zoals het behalen van voldoende PE-punten volgens de vereisten van het certificatieschema.

Wanneer u niet langer wilt dat uw werkgever inzage heeft in uw portfolio, kunt u de werkgever weer ‘loskoppelen’ van uw portfolio. Dit is bijvoorbeeld altijd het geval als u van werkgever verandert. U kunt dan uw oude werkgever loskoppelen en uw nieuwe werkgever koppelen aan uw portfolio. 

De voorstellen voor nieuwe regelgeving zijn voorgelegd aan de Tweede Kamer. Hierover zijn kamervragen gesteld.

Nadat dat is afgerond, zal de regelgeving nog door de Raad van State beoordeeld moeten worden.