Het huidige DAV-certificaat is opgesplitst in twee niveaus.
Iemand die DAV wil worden, start met het behalen van een DAV-1-certificaat. Dit certificaat heeft een geldigheidsduur van 6 maanden.
Om in aanmerking te komen voor een DAV-2 certificaat, moet de DAV-1 binnen een termijn van 6 maanden na het behalen van het DAV-1 certificaat, onder begeleiding van een mentor, in de praktijk aan de slag te gaan bij één of meerdere gecertificeerde asbestverwijderingsbedrijven.
In deze praktijkperiode moet de DAV-1 de door Ascert opgestelde praktijkopdrachten aantoonbaar uitvoeren in tenminste 120 pakuren, waarvan tenminste 30 in containment, in tenminste 40 pakdagen van tenminste 1 pakuur per dag.
Tussen de mentor, DAV-1 en de werkgever wordt een leerwerkovereenkomst getekend. Zonder mentor mag een DAV-1 niet werken in het werkveld asbest.
De mentor heeft een belangrijke rol in de begeleiding en opleiding van de DAV-1. De mentor dient te zijn opgenomen in het mentorregister op de website van Ascert.
Na het uitvoeren van het leer-werktraject die aan de eisen voldoet wordt een verklaring opgesteld door de mentor. Het dossier en de verklaring worden getoetst door Ascert. De DAV-1 kan met een verklaring van de mentor en het beoordelingsverslag van Ascert het DAV-2 examen aanvragen. Een DAV-1 moet binnen zes maanden (inclusief vrije dagen, e.d.) zijn praktijkopdrachten hebben afgerond. Binnen maximaal drie maanden na het verlopen van het DAV-1 certificaat dient het DAV-2 examen te zijn behaald. Hierna krijgt de kandidaat een DAV-2 certificaat dat 3 jaar geldig is.